Kolkend water, traangas, smeergeld en wapens - Reisverslag uit Juba, Soedan van Cees Noordanus - WaarBenJij.nu Kolkend water, traangas, smeergeld en wapens - Reisverslag uit Juba, Soedan van Cees Noordanus - WaarBenJij.nu

Kolkend water, traangas, smeergeld en wapens

Door: soedacees

Blijf op de hoogte en volg Cees

25 April 2011 | Soedan, Juba

Mijn laatste dienst als Duty Officer. Al mijn collega’s UNMO weten dat dat een zeer hectische functie is en je dus maar weinig tijd hebt om iets anders te doen. Deze blog heb ik dan ook met moeite tussen alle werkzaamheden door kunnen schrijven.

De laatste dagen hier in JUBA staan in het teken van afscheid nemen. Hapje eten hier, drankje daar. Van enkelen moet ik helaas afscheid nemen met pijn in mijn hart, anderen zal ik gaan missen als de spreekwoordelijke kiespijn. Dat zal waarschijnlijk wederzijds zijn, je kunt nu eenmaal niet met iedereen verkering hebben. Ik heb gedurende mijn missie het genoegen gehad om met veel bijzondere mensen te mogen optrekken. Een onvergetelijke ervaring.

Anil uit India – de man van de mantra in de vroege ochtend- is één van die personen die ik ga missen. De eerste acht weken in JUBA was hij één van mijn kamergenoten. Regelmatig, onder het genot van een koel biertje, serieuze gesprekken met hem gevoerd. Deze gesprekken waren natuurlijk wel gelardeerd met kulpraat want als ik langer dan een half uur serieus moet zijn dan krijg ik kramp. Anil aangeboden, dat als hij ooit naar NL komt, ik zijn gids zal zijn voor een paar dagen. Natuurlijk een tegen uitnodiging gekregen om naar India te komen.

Thapa, een politie officier uit Nepal en ook een oud kamergenoot. Een heel aardige vent, iets dat de Nederlandse UNPOL mannen hier op JUBA kunnen bevestigen. Reinoud en ik hebben van Thapa een Khukuri gekregen, beter bekent als Ghurka mes. Dat stoere mes staat in schril contrast tot het boerse Delfstblauwe molentje dat ik hem als dank heb gegeven.

Mijn uitrusting is inmiddels onderweg naar KHARTOEM. Ik heb nog 10 kilo aan uitrusting en kleding om de laatste weken door te komen. De inhoud van mijn medische Afrika Kit heb ik, met uitzondering van de medicijnen, tijdens mijn patrouilles weggegeven aan de lokale bevolking. De medicijnen geef ik af bij het BANBAT hospitaal hier in JUBA. Zij zullen het verspreiden over de lokale kliniekjes zodat het terecht komt bij mensen die weten hoe ze de medicijnen moeten gebruiken.

Mijn laatste Short Duration Patrol (SDP) ging naar SINDIRU. Een grote doos met verbandmiddelen en twee dozen met kantoor- en schoolspullen waren mijn laatste kleine giften aan de boma bevolking. Eén school met vijf klassen en slechts één leraar, geen dokter en maar één ‘verpleger’, te triest voor woorden.

Aan het eind van je missie moet je ook scherp blijven. Samen met mijn Egyptische collega Erbeen, maakte ik tijdens deze laatste patrouille toch nog een domme fout. De boma-chief wilde ons nog een Unexploded object (UXO) laten zien. Wij braaf achter hem aangelopen. Op de locatie aangekomen realiseerden we ons na 50 meter lopen dat we een gebied met mijnen binnen waren gelopen. Dat was even zweten. De grond was als beton dus prikken is geen optie. Via het zelfde paadje maar terug gelopen. Grid genoteerd voor ons rapport.

Deze laatste patrouille voor het eerst echt wildlife gezien. Een troep apen stak vlak voor ons de weg over. Ik was te laat met mijn camera.

Omdat ik nog een aantal verlof dagen had staan had ik de mogelijkheid om een kleine vakantie door te brengen in OEGANDA. Natuurlijk gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Jeroen onze Senior Officer (SNR) had ook nog dagen over en samen zijn we voor een klein weekje vertrokken richting OEGANDA.

De eerste dag zijn we van JUBA naar ENTEBBE gevlogen en doorgereisd naar KAMPALA. Op het vliegveld hebben we ieder $ 200,= gewisseld voor Oegandese schilling (UGX). Omdat die schilling niets waard is praat je in veelvouden van duizend. Voor onze $200 kregen we ruim 450.000 UGX. We hadden een kamer geboekt in Red Chilli Hideaway, een backpackers hotel in een buitenwijk van KAMPALA. Een mooie locatie met alle, welliswaar eenvoudige, voorzieningen. Een prettige bijkomstigheid is dat (bijna) alles in OEGANDA goedkoop is. Voor een scheet en drie knikkers kun je hier vakantie vieren.

De tweede dag hebben we een 30 kilometer rafttocht over de NIJL gemaakt. Een geweldige ervaring!.
‘s Ochtends werden we opgehaald door een busje van Nile River Explorers. Met het busje naar hun locatie waar we onze zwemvesten en helmen kregen. Boten op de aanhanger, een ontbijtje en daarna naar het startpunt van ons raftingavontuur.

Onder leiding van onze gids Dough eerst een aantal technieken beoefend voor het geval je uit de boot zou vallen. Iets dat die dag zeker zou gebeuren. Naast Dough deelden we onze boot met vier anderen. Drie Slovenen, waarvan twee van het vrouwelijk geslacht, en een Duitser.
Voor de vorm vroeg Dough wat voor raft we wilden maken. De dames kozen voor een rustige, ik zei doe mij de medium maar, een zinloze opmerking want je moet nemen wat je tegen komt en dat zijn rapids van klasse drie, vier en vijf. De rapids zijn ingedeeld in zes klassen. Klasse één en twee zijn van die kabbelend kontwater stroomversnellinkjes, je kunt bij wijze van spreken je oma meenemen voor zo’n tochtje. Vanaf klasse drie is het verstandig om je valse tanden thuis te laten en het touwtje van je zwembroek strak aan te trekken. Klasse zes wordt alleen genomen door zeer ervaren rafters en dan meestal ook nog in boten twee keer zo groot als de onze.

Goed, de voorbereiding.
Wat te doen als je uit de boot valt? Probeer allereerst het touw dat rond de boot loopt vast te houden. Lukt dat niet, probeer dan vooral niet te zwemmen maar trek je benen op en kruis je armen voor je borst. Na enige tijd kom je vanzelf weer op je rug bovendrijven. Eerst rondkijken en dan pas ademhalen want anders loop je het risico een grote golf water naar binnen te zuigen. Simpele instructies die, wat later op de dag zou blijken, door een enkeling niet erg goed op de harde schijf werden vastgelegd.

Na de exercitie ‘bootje op z’n kop wat nu?’ waren we bijna zover om te gaan. Een Sloveense vroeg nog voorzichtig aan Dough “What about crocodilles?” Geen rare vraag als je de NIJL opgaat. Zijn antwoord was zo’n antwoord dat je eigenlijk niet wil horen. ‘De laatste tijd waren er geen krokodillen gezien.’ Laatste tijd? Dagen, weken, maanden, jaren? Onwillekeurig speelt dat dan toch door je hoofd.
Kleine kansberekening losgelaten op onze boot. Zeven personen, één niet nader te benoemen persoon met veel lichaamsbeharing en weinig vlees op zijn donder viel eigenlijk al af. Kluiven op een bot en haren in je eten is zelfs voor een hongerige krokodil onaantrekkelijk. Volgens mij zou de krokodil de Duitser ook voorbij zwemmen dus bleven er vijf over, 20% kans op pech als er een eind zou komen aan de ‘laatste tijd niets gezien’ periode. Ik had al betaald dus mezelf maar wijsgemaakt dat het wel mee zou vallen.

Jeroen en ik besloten direct dat wij voorin de boot zouden plaatsnemen, de beste plaats voor een enerverend tochtje!

Om maar gelijk voor de full monty te gaan was de eerste stroomversnelling er ééntje van klasse vijf! De versnelling draagt de naam ‘Silverback’. Denkend aan Bokito beloofde dat een leuk opwarmertje te worden. “It’s only a sixteen feet drop” zei Dough bemoedigend. Iets zei mij dat hij het niet had over een dropveter van 5 meter. Hoe het is om vijf meter naar beneden te donderen als je voorin een rubberbootje zit? Bedenk het zelf maar als je naar de foto’s kijkt. Onbeschrijflijk!

Zonder kleerscheuren hadden we de eerste hindernis genomen. De volgende rapid ‘Jaws” genaamd – klasse vier - was een lachertje. Overmoedig dreven we naar het volgende golfslagbad. Links lag de ‘Dead Dutchman’ een klasse zes spoelbak. Die naam was te danken aan een overmoedige maar ook domme landgenoot. Jeroen en ik besloten om er maar voor te zorgen dat die naam zo zou blijven. ‘Three Dead Dutchmen’ klinkt nog dommer. Dus op naar ‘Retrospect Overtime’ die rechts van ‘Dead Dutchman” lag. Dit keer niet over de rand naar beneden donderen maar gewoon met je opblaasrubbertje in watergaten van drie meter duiken! Minstens zo spectaculair!

Of het nu ‘Superhole’, ‘Hypoxia’, of ‘Novocaine’ was dat weet ik niet meer, maar plotseling lag ik in de NIJL. Je bent een moment – eigenlijk een best wel lang en benauwd moment – volledig je richtingsgevoel kwijt. Zo moet een sok in een wasmachine zich voelen. Lawaai en alles om je heen is wit. Links, rechts, boven en onder kun je niet onderscheiden. Naar lucht happen? Doe maar even niet.
Gaaf!
Rustig blijven en even de map ‘Wat te doen als’ openen en het komt allemaal goed. De instructies opvolgen gaf het gewenste resultaat.
Daarna volgden ‘Bad Place’, ‘Vengeance’, ‘Hair of the Dog’, ‘Kulu Shaker’, ‘Three Virgins’ en als laatste de ‘Nile Special’.
Als afsluiter van de dertig kilometer lange tocht werd dit voor een enkeling bijna daadwerkelijk de laatste.
Gedurende de hele tocht was het meeste fysieke werk verricht door de twee voorste bemannningsleden. De jeugd zal gedacht hebben ‘Het ouwe moet eerst op’. Jeroen en ik hielden het er op dat ze de pijp leeg hadden.

Scherp blijven en de gegeven instructies opvolgen totdat je op de oever staat is een voorwaarde om de trip leuk af te sluiten. De ‘Nile Special’ bestaat uit een zevental flinke, zeg eigenlijk maar joekels van golven. Tussen de eerste en tweede is een behoorlijk diep gat in het water. Dat gingen we dus naar verwachting niet redden met als onvermijdelijk resultaat dat iedereen gelanceerd werd. Rustig blijven, niets aan de hand je komt vanzelf wel weer boven, rondkijken, toch maar even wachten met ademhalen want de volgende golf wil je al weer verpletteren en voor je het weet dobber je 200 meter van de stroomversnelling.
Leuk!
Helaas niet voor iedereen. De Sloveense dame zag ik voorbij komen terwijl ze, tegen de instructies in, paniekerig probeerde te zwemmen. “On your back and spread your legs!” schreeuwde ik naar haar. Een opmerking waarvoor je in iedere andere situatie een klap voor je kanis kan verwachten. Gelukkig voldeed ze aan mijn verzoek. Hevig proestend en naar adem happend spoelde ze naar rustig water.

Helmpjes tellen – ik kwam tot vijf – De Sloveen was ik kwijt maar ik maakte mij meer zorgen over over het feit dat ik het door plastic omhulde en met beslagen brilletje getooide koppie van Jeroen niet zag. Gelukkig dook hij snel op uit de kolkende massa met een grote grijns van oor tot oor!

De Sloveen was inmiddels ook klaar met het drinken van Nijlwater. Wezenloos staarde hij met grote guppenogen de natte wereld in. 'Leuk' kwam niet meer in zijn woordenboek voor, weggespoeld door Nijlwater.

Na afloop wachtte ons een BBQ waar we onder het genot van een stukje vlees en een biertje alle rapids nog eens de revue lieten passeren. De Slovenen zouden in het vervolg voor de bingo gaan in plaats van te kiezen voor de raft.
Kortom een onvergetelijke ervaring!

Voldaan hebben we ‘s avonds nog een aantal ‘Nile Specials’ geconsumeerd en zijn daarna als twee puppies, moe na een dagje dollen, in slaap gevallen.

De volgende dag stond KAMPALA op het programma. Omdat we – tegen de verwachting in – geen spierpijn hadden van het peddelen, besloten we om maar naar het centrum te lopen. Jeroen was al een keer in KAMPALA geweest dus ik had alle vertrouwen in zijn geografisch reproducerend vermogen. Na een flinke tippel - Jeroen: “volgens mij zijn we er bijna” – kwamen we aan in het chaotische centrum. Wat ons direct opviel was dat er enorm veel (militaire)politie op de been was.
Uitgerust als Robocop voorzien van schild en wapenstok staand bij een gebouw of zwaar bewapend patrouilerend door de stad lopend.

We hadden al snel begrepen dat als er in een straat, op de balkons en daken 2000 Oegandesen met z’n allen in één richting kijken, het verstandig is om je tegen de kijkrichting in te verplaatsen.
Hier en daar waren wat opstootjes in de stad. Een paar dagen voor ons bezoek was er een protestdemonstratie geweest tegen de stijgende brandstof- en voedselprijzen. De demonstratie was hardhandig de kop ingedrukt, de militairen openden het vuur op de betogers.

Zigzaggend hebben wij ons door KAMPALA verplaatst, er steeds voor zorgend dat we weg bleven van de onrust. Op een gegeven moment ontkwamen ook wij niet aan de gas(t)vrijheid van KAMPALA. Als je verkouden bent kan traangas een oplossing zijn maar als je als tourist een stad bezoekt zit je daar niet op te wachten. Tijd om te vertrekken.

Op de terugweg kwamen we langs het Onafhankelijkheids Monument. Tijd voor een foto! Gezien de concentratie politieagenten op en rond het monument toch maar even om toestemming gevraagd. Een grote dikke Oegandees – de commandant?- gaf toestemming. Na het nemen van de foto wilde hij mijn camera zien. Toen hij de foto zag zei hij “Now you’re arrested! It’s prohibited to take pictures!”. Pardon?! Je geeft mij net zelf toestemming! Als een Bokito keek hij mij aan. “Give me some money to buy soda’s!”. Het leek mij niet de tijd en de plaats om te gaan discussieren over integriteit. Ik haalde 2000 UGX (=0,58 euro = 4 x cola) uit mijn zak, gaf dat aan hem en maakte dat ik weg kwam.

Jeroen en ik besloten om maar terug te gaan naar ons verblijf. Laten we maar gaan lopen…. Ik herkende de rotonde waar we de stad binnen waren gekomen en was eigenlijk van plan om dezelfde weg terug te nemen. Misschien wist Jeroen een kortere weg. “Links of rechts Jeroen?”. “Ga maar links want ik loop nooit terug via dezelfde weg.” Dit soort onzin was het gevolg van zijn militair opvoeding, misleidt de vijand!.

Jeroen had een klein plattegrondje dus ik had geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de route. En inderdaad binnende kortste keren liepen we op JINJAROAD. “ Zie je wel!” riep Jeroen - hij klonk opgelucht….

Na twee uur in de brandende zon te hebben gelopen bleek dat we allang niet meer op JINJAROAD liepen, de straatnaam aanduiding is iets minder goed geregeld dan in Nederland. JINJAROAD en de in het verlengde liggende wegen zijn ongeveer evenlang als ROUTE 66. Toen we borden JUBA 45 km tegenkwamen informeerde ik voorzichtig bij mijn SNR of we nog wel goed zaten. We bleken geografisch gedesoriënteerd. Jeroen gaf het plattegrondje de schuld, dat zou niet kloppen. Gelukkig herken ik een k..smoes wanneer ik er één hoor. Om de stemming niet te bederven én vanwege het feit dat hij mijn SNR is heb ik maar instemmend meegeknikt. Stout plattegrondje!

Omdat we allebei inmiddels een stel stalpoten hadden besloten we om ons maar door zo’n bromnozemtaxi – ook boda boda genoemd - naar Red Chilli Hideaway te laten brengen. Toen we zo’n gast aanspraken bleek hoe ver we uit de richting zaten, hij kende de plek van onze verblijfplaats niet! Gelukkig wist de conducteur van zo’n klein openbaarvervoerbusje – matatus genoemd - waar we naar toe moesten. ‘Stap maar in en dan zetten we je wel af bij de zijstraat die jullie eigenlijk hadden moeten hebben’.

Na een halfuurtje rijden werden we afgezet. Toch maar een boda boda pakken Jeroen? J stemde in en ik vroeg wat het moest gaan kosten om ons twee naar ‘huis’ te brengen. 10.000 UGX (nog geen drie euro). J zei “Nee te duur!” en was meteen vertrokken, mij verbijsterd achterlatend. Mijn voeten zeiden ‘laat hem en stap op’ maar ik besloot toch om mijn SNR achterna te lopen, de zon had duidelijk kortsluiting in zijn hersenpan veroorzaakt. Het bleek dat hij 30.000 had verstaan. Heel even schoot de naam Ebenezer Scrooge door mijn gedachten.

Lopend begonnen dus uiteindelijk ook maar lopend geeindigd. Het was vroeg rustig in Red Chilli Hideaway.

De volgende dag zijn we, nadat we afgerekend hadden - 240.000 UGX voor drie dagen verblijf, ontbijt, diner én consumptives, reken zelf maar even om – met een taxi afgezakt naar ENTEBBE.

Afstand tussen ENTEBBE en KAMPALA is 30 kilometer. We hadden drie uur nodig om er te komen. Tussen de twee steden ligt maar één verbindingsweg en die werd geblokkeerd door de auto’s van ouders die hun kinderen van het langs die weg liggende internaat kwamen halen.
Chaos!

Aangekomen in Sunset Motel ons even opgefrist en daarna een wandeling langs het Victoriameer gemaakt. Het Victoriameer is 1,7 maal groter dan Nederland. De plas water is de bron van de Victoria Nijl. Rond en op het meer valt per jaar meer dan twee meter regen. Het Victoriameer is na het Baikalmeer het grootste zoetwatermeer ter wereld.

Tijdens onze wandeling kwamen we in gesprek met een lokale visser. In Soedan vragen de mensen je steeds om geld, hier in Oeganda vragen ze je om werk. Een heel andere mind set dan in Soedan. De visser wilde ander werk want het leven van een visser is zwaar. ‘s Avonds varen ze met hun ‘bootjes’ ongeveer 60 kilometer het meer op. Ze gooien dan hun netten uit die ze ‘s ochtends vroeg dan weer ophalen. Rond 6 uur zijn ze dan weer terug met hun vangst. De bootjes zijn wrakken die bij elkaar gehouden worden door opengeknipte blikjes en wat pek. 20 jaar geleden hebben ze Nijlbaarzen uitgezet in het meer met de bedoeling om de visstand te verbeteren. Dat pakte anders uit dan verwacht. Van de meer dan twintig soorten vis zijn er nu, dankzij de baars, nog maar twee over.

Na de wandeling wat vitamine D opgedaan en de avond gezellig keuvelend doorgebracht in de tuin.

In ENTEBBE hebben we de botanische tuinen bezocht. Deze tuinen dateren uit 1902. Een ‘student’ vergezelde ons als gids. Gelukkig maar want er is daar heel veel te zien, als je weet waar je moet kijken. Veel vogels, Franjeapen en groene meerkatten. Normaal zitten de meerkatten op de grond maar door de aanwezigheid van een aantal zwerfhonden verbleven ze in de bomen. Ook veel insecten en spinnen. De mooiste waren de Gouden Bolweb spinnen (Nephila Clavipes). Ze zitten met honderden bij elkaar en sommigen zijn zo groot als je hand. Hun draden zijn zo sterk dat kleine vogels er in verstrikt kunnen raken. In de zon lijkt het web van gouddraden gemaakt. Mensen met arachnofobie kunnen daar beter wegblijven.

En toen zat het er al weer op. Samen met Jeroen een paar prachtige dagen doorgebracht. Oeganda is een schitterend land met een aardige bevolking. Vier dagen is te weinig om alles te kunnen zien. Bezoeken aan natuurparken kosten je minstens een dag maar zijn de moeite waard. Het klimaat is, mede door de invloed van het Victoriameer, heel aangenaam. Voor een Afrikaans land hebben ze de zaken goed voor elkaar hoewel je ook hier armoede ziet. Wat verder opvalt is de bijna overdreven zorg om alles te beveiligen. Veel prikkeldraad, hoge muren met glasscherven en overal gewapende wachten. Bewapend met alles tussen een ouderwetse voorlader en een Browning Cynergy shotgun en natuurlijk iedere wacht in een stoer uniform. Ook de wacht bij ons motel waakte ‘s nachts gewapend over ons.

Deze week loopt het UNMO zijn echt af. Zondag vliegen we naar Khartoem om uit te checken. Dat duurt geen week dus hebben we nog wat tijd om de toerist uit te hangen. Dat maakt de cirkel weer rond, de missie begonnen als toerist en we eindigen ook als toerist.

Dit is mijn voorlaatste blog.
Als ik thuis ben dan schrijf ik mijn epiloog waarin ik als een Oscarwinnaar iedereen zal bedanken die deze mooie uitzending mogelijk hebben gemaakt. Daarom eindig ik nog één keer met:

Wordt vervolgd

  • 25 April 2011 - 20:38

    Joel:

    Cees!
    Het zit er al weer bijna op voor jullie. Waar blijft de tijd? Ik dacht dat ik jullie vorige week nog in Khartoum had getroffen onderweg voor CTO...;)
    Ik wens je/jullie nog een paar goede/veilige laatste weken toe en een goede reis naar NL. Vooral veel plezier op Kreta...;)

  • 25 April 2011 - 21:09

    Danny Felix:

    Hallo Cees

    Bij mijn thuiskomst heb ik gedacht aan jou woorden mbt het nemen van een schone douche. Wat kan dat lekker zijn na 2,5 maand. Ik zag dat jullie een leuke tijd hebben gehad in Oeganda. Ik denk dat Patrick en ik deze aanrader van jullie, in ons laatste verlof, na apen. Als ik terug kom van mijn verlof 12 mei zijn jullie al weg uit Juba. We hebben elkaar al een hand gegeven, maar ik wilde toch nog via deze weg jou bedanken voor de gastvrijheid die jij en ook Reinoud ons, mij en Patrick, maar ook de overige NL UNpol collega's, gegeven hebben. Ik wens jullie een goede afloop van jullie missie en een hele fijne tijd in Kreta.

    Blijf gezond en ik hoop dat je mij blijft volgen in Juba, via mijn weblog, de komende 3 maanden.

    Gr. Danny Unpol 11

  • 26 April 2011 - 05:21

    Jeroen:

    Hoi Cees, het valt mij op dat je BIJNA de werkelijkheid op papier hebt weten te krijgen. Begint de Lariam dan toch nog te werken :-)

    Je had als DO kennelijk toch nog tijd gevonden voor je dagboek. Mooi. En tot volgende week.

  • 26 April 2011 - 05:54

    Karin M:

    Hoi Cees, geweldig verhaal!
    De laatste 5 minuten zat ik ook even in een bootje op de Nijl en liep ik weer rond in Kampala. En ik zit nu nog steeds met een big smile op mijn gezicht! Dank je voor deze impressie...
    Goed ook te lezen dat sommige mensen -ook na weer een half jaar Afrika- niet veranderen ;)

    Fijne laatste dagen in Juba, Karthoem en op Kreta. Tot op Schiphol!

  • 26 April 2011 - 06:01

    Reinoud:

    Blij dat je weer heelhuids terug bent in Juba... had er niet aan moeten denken om zelf al jou zooi naar khartoum te moeten verschepen ;-)

    Gek genoeg hadden Maaike en ik een hele andere ervaring in Kampala.... het kan toeval zijn.... of zijn dit van die zaken die onze SNR achtervolgen???

    Grt

    p.s. foto groen 4 is papyrus, maar hoe je er schrijfmateriaal van kan maken is me niet duidelijk ;-)

  • 26 April 2011 - 07:38

    Mark:

    Beste Cees,

    Wederom vol verbazing en genot/plezier je blog gelezen. You lucky B....
    Have a safe trip home.
    Take care en tot aan het Hollandse strand!

  • 26 April 2011 - 08:40

    Arno:

    Weer een prachtig verhaal, ik blijf erbij, je moet schrijver worden. Misschien de reorganisatieperikelen opschrijven.
    In afwachting van je epiloog wensen wij je een goede thuisreis.
    Dum Vivimus Vivamus.

    Mia en Arno

  • 26 April 2011 - 11:39

    Jeroen:

    Hoi Cees, wil Reinoud namens mij afstraffen voor zijn insubordinerende opmerkingen.
    Ik hoor in Khartoem wel wat het geworden is :-)

    Gr


  • 27 April 2011 - 18:18

    Bram:

    Ha die Cees,
    laatste dagen, wel scherp blijven want wil later dit jaar nog wel stappen met je. Wens je een leuke toeristen week daar om kom gezond thuis. Tot gauw,
    Bram

  • 28 April 2011 - 07:45

    Iris:

    Hoi Cees,
    Wat een mooi verhaal en onvergetelijke belevenissen. We wensen je nog veel succes met de laatste loodjes. Een goede terug reisen we maken in NL gauw een afspraak.
    groetjes, Peter & Iris

  • 30 April 2011 - 17:54

    Sierd:

    Hallo Cees,

    Heel goed om nog met je resterend verlof naar Oeganda te gaan. Heb je mooi meegenomen bij je uitzending.
    Verheug me erop je straks weer te ontmoeten. Wil Jeroen M. de hartelijke groeten doen.
    Geniet en beleef het restant van de uitzending.

    Groeten.

  • 10 Mei 2011 - 17:06

    Bram:

    Goede reis

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Cees

Actief sinds 21 Maart 2010
Verslag gelezen: 616
Totaal aantal bezoekers 41646

Voorgaande reizen:

09 November 2010 - 11 Mei 2011

United Nations Mission In Sudan (UNMIS)

Landen bezocht: